RIVM moet teflon-vervuiling DuPont onderzoeken

DORDRECHT / SLIEDRECHT – Het Rijksinstituut voor Volkgezondheid en Milieu (RIVM) moet onderzoek doen naar de teflon-vervuiling bij chemieconcern Chemours (voorheen DuPont) in Dordrecht. Staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) wil uitsluiten dat de uitstoot van PFOA tot gezondheidseffecten heeft geleid in Dordrecht en omgeving. 

Wilma Mansveld beantwoordt vragen die enige tijd geleden zijn gesteld door de kamerleden Eric Smaling (SP) en Lutz Jacobi (PvdA). Woensdag 28 oktober 2015 bericht Follow the Money hierover, die de PFOA-teflonzaak aan de kaak stelde. (Foto ministerie van Infrastructuur en Milieu)

“Daarom zal ik RIVM vragen om een onderzoek voor te bereiden waarin uitgezocht wordt tot welke concentraties PFOA in lucht en water de emissie kan hebben geleid en op basis hiervan een inschatting te maken van eventuele gezondheidseffecten”, schrijft Mansveld aan de Tweede Kamer. 

Duizend keer zoveel
Opmerkelijk is verder dat uit het antwoord van de staatssecretaris blijkt dat DuPont de resultaten van het bloedonderzoek dat het bedrijf sinds 2006 heeft laten doen naar de werknemers in de teflonfabriek niet met de Inspectie SZW (de Arbeidsinspectie) heeft gedeeld. Het Amerikaanse milieu-agentschap EPA kreeg die gegevens wél. Daaruit blijkt volgens Follow the Money dat sommige werknemers tot meer dan duizend keer zoveel PFOA in hun bloed hadden dan de gemiddelde Nederlander of Amerikaan. “De Inspectie SZW was zelfs niet op de hoogte gesteld van het feit dat DuPont een dergelijk onderzoek had gedaan”, constateert de staatssecretaris. “Recentelijk is bekend geworden bij de Inspectie SZW dat een deel van de werknemers heeft deelgenomen aan een bloedmonitoringsprogramma. De reden tot het instellen van dit programma en de resultaten van dit programma zijn niet bekend bij de Inspectie SZW.”

Verzwijg-gedrag
Moreel laakbaar, stelt Follow the Money, maar de vraag is of DuPont daarmee regels heeft overtreden. “Hoe dan ook, tijdens de rechtszaken die in de VS spelen is duidelijk geworden dat DuPont al decennia lang op de hoogte was van de schadelijkheid van PFOA en de vervuilingsproblematiek, maar die kennis steeds onder de pet heeft gehouden. Wel kreeg het bedrijf een boete opgelegd van 16,5 miljoen dollar door milieu-autoriteit EPA wegens het gedurende 20 jaar niet rapporteren van informatie over de risico’s van het gebruik van PFOA. Het heeft er alle schijn van dat dit verzwijg-gedrag ook in Nederland heeft plaatsgehad, maar hier heeft dat tot nu toe niet geleid tot sancties”, stelt onderzoeksjournalist Arne van der Wal van Follow the Money. Sliedrecht24 berichtte half oktober dat de gemeente Sliedrecht eindelijk de PFOA-teflonkwestie hoog opneemt en aan betrokken instanties vragen heeft gesteld.

Restrictie
Nederland heeft na een toxicologische evaluatie volgens de staatssecretaris het gebruik van deze stof in voedselcontactmaterialen gereguleerd in een regeling op basis van de Warenwet. “Op EU- en VN-niveau lopen diverse acties om het gebruik van PFOA terug te dringen. Hierbij is ook de Nederlandse overheid betrokken. De belangrijkste actie in het kader van de vraag is een voorstel voor een restrictie op grond van de REACH-verordening waardoor productie, import en gebruik van PFOA en gerelateerde verbindingen grotendeels verboden zou worden. Een voorstel hiervoor van de Commissie wordt in 2016 verwacht. Daarnaast is de industrie op vrijwillige basis al bezig met uitfasering. Vanwege de al lopende uitfasering en het feit dat een verbod op EU-niveau in voorbereiding is, heeft een eventueel nationaal verbod geen toegevoegde waarde”, zegt Mansveld in beantwoording op vragen van het SP-Tweede Kamerlid Smaling. 

Concentraties
De voorzorgsmaatregelen in Dordrecht bij Chemours lopen volgens Mansveld langs vier sporen: het bedrijf zelf, vergunningverlening, inspectie en aanpak van historische verontreiniging. Mansveld: “Het bedrijf zelf is verplicht om voorzorgsmaatregelen te nemen om medewerkers te beschermen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Een van de acties die het bedrijf zelf ingezet heeft, is het uitfaseren van PFOA uit het productieproces, waardoor de stof sinds september 2012 niet meer gebruikt wordt. De vergunningverlening heeft volgens het bevoegd gezag, de provincie Zuid-Holland, steeds conform de geldende Nederlandse emissierichtlijn (NeR) plaatsgevonden, waarbij maxima aan de concentraties (20 mg/Nm3) en de jaarvracht (3.500 kg) zijn gesteld. In de laatste revisievergunning uit 2013 zijn geen emissie-eisen meer opgenomen voor PFOA omdat de stof vanaf 1 september 2012 niet meer gebruikt wordt.” Het betreffende bedrijf valt onder de werking van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (Brzo) en wordt jaarlijks geïnspecteerd door de Brzo-toezichthouders: de Brzo-omgevingsdienst, de veiligheidsregio en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW).

Bodemverontreiniging
In 2012 is door de Inspectie SZW vastgesteld dat het bedrijf de systematiek met betrekking tot bepaling van grenswaarden, risicobeoordeling, meting en beheersen van blootstelling duidelijk heeft vastgelegd. “Borging van de getroffen maatregelen is in overeenstemming met de arbeidshygiënische strategie conform de Arbeidsomstandighedenwet. Er zijn in 2012, 2013 en 2014 zowel aangekondigde als onaangekondigde Brzo-inspecties uitgevoerd, en eind 2015 staat wederom een Brzo-inspectie ingepland. Tenslotte kent het terrein een bodemverontreiniging met onder andere PFOA. Deze verontreiniging is in de jaren ‘90 vastgesteld. In 1999 is in het kader van de Wet bodembescherming door DuPont (tegenwoordig: Chemours) een raamsaneringsplan opgesteld. Voor het raamsaneringsplan is de gemeente Dordrecht bevoegd gezag. Rijkswaterstaat is het bevoegd gezag voor de lozing op het oppervlaktewater. De voortgang van de sanering wordt jaarlijks gemonitord.”
 
Onderzoek
“Informatie over stoffen is altijd in ontwikkeling, en niet alle informatie die op dit moment beschikbaar is, stond ook in het verleden tot de beschikking van een bedrijf of een toezichthouder”, schrijft Mansveld. De REACH-verordening verplicht bedrijven die gebruik maken van chemische stoffen of deze produceren om bepaalde informatie in hun keten te delen. Mansveld: “Deze informatie is ook voor inspectie en werknemers en voor het publiek op verzoek beschikbaar. Ik vind het belangrijk om uit te sluiten dat er sprake kan zijn geweest van concentraties die geleid hebben tot gezondheidseffecten. Daarom zal ik het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vragen om een onderzoek voor te bereiden waarin uitgezocht wordt tot welke concentraties PFOA in lucht en water de emissie kan hebben geleid en op basis hiervan een inschatting te maken van eventuele gezondheidseffecten.”

N.B. Woensdagmiddag 28 oktober 2015 werd bekend dat staatssecretaris Wilma Mansveld opstapt als bewindsvrouw vanwege het Fyra-rapport.

Plaats een reactie

*=Verplicht veld