Oriëntatie- en Ontwikkelprogramma Albert Schweitzer ziekenhuis is gouden greep

DORDRECHT / SLIEDRECHT – Gediplomeerde verpleegkundigen zonder ziekenhuiservaring voelen zich vaak geremd om te solliciteren in het ziekenhuis. Om hen toch te laten wennen aan de ziekenhuisomgeving, heeft het Albert Schweitzer ziekenhuis een speciale startfunctie gecreëerd. Daarin rouleert de algemeen verpleegkundige de eerste tijd over verschillende afdelingen, met langzaam groeiende verantwoordelijkheid. De respons is sensationeel maakt het ziekenhuis maandag 19 juli 2021 bekend. In één maand tijd werden 24 verpleegkundigen voor 17 voltijdfuncties aangenomen als ‘OOP-verpleegkundige’ (afkorting voor Oriëntatie- en Ontwikkelprogramma).

Verpleegkundigen Demy (links) en Kim beginnen hun ziekenhuisloopbaan met veel afwisseling en groeiende verantwoordelijkheid, om daarna bewust te kiezen. (Foto Frederike Slieker)

“Bijna allemaal zeiden ze: deze functie lijkt wel voor mij gemaakt”, aldus afdelingshoofd Jarno van Breenen, een van de bedenkers. Het lijkt een gouden greep: “We hebben een vijver aangeboord waarvan we nog niet kunnen overzien hoe groot die is.” Het nieuwe programma richt zich op twee groepen. Van Breenen: “De eerste groep zijn net afgestudeerde verpleegkundigen die tijdens hun opleiding niet of heel beperkt in ziekenhuizen hebben gewerkt. De tweede groep zijn verpleegkundigen die al werken in bijvoorbeeld de verpleeghuis- of gehandicaptenzorg en een overstap naar het ziekenhuis wel ambiëren, maar niet goed aandurven. Zij denken vaak dat ze vastzitten op hun plek. Maar met een rustige start en de mogelijkheid om eerst eens rond te kijken, kunnen zij heel goed landen in het ziekenhuis.”

Zwervend profiel
De truc achter het OOP is tweeledig, vertelt de andere bedenker, afdelingshoofd Zanelle Mans: “We helpen de verpleegkundige enerzijds een bewuste keuze te maken voor een bepaalde afdeling of specialisme, waar best flinke verschillen in zitten. En we helpen de nieuwe collega om zich in haar of zijn eigen tempo competent te gaan voelen.” De OOP-verpleegkundige wordt eerst een maand ingewerkt op één afdeling. Daarna krijgt hij of zij als het ware een zwervend profiel en wordt dan met name ingezet om ziekte en piekdrukte op te vangen op steeds wisselende afdelingen, waarbij alle klinische afdelingen meedoen. “Daarbij maken ze kennis met alles wat die afdeling specifiek maakt: patiëntencategorie, veel voorkomende handelingen, ligduur, sfeer enzovoort.”

Steeds verantwoordelijker
De rol van OOP’er moet niet worden verward met de functie van flexverpleegkundige, vertelt Mans. “Die zijn juist doorgewinterd en ze kunnen op elke afdeling waar een tekort is meteen maximale verantwoordelijkheid dragen. De OOP-verpleegkundige werkt nog niet als eerstverantwoordelijke, maar biedt ondersteuning in een team waar extra hulp welkom is. Zo groeit de OOP’er in een steeds verantwoordelijker rol. Een ander verschil met de flexer is dat die niet tot een team behoort. De OOP’ers vormen samen wel een team. Weliswaar werken ze niet op dezelfde plek, maar ze krijgen samen begeleiding, nemen in groepjes deel aan training en intervisie en helpen elkaar onderling.”

Doorstromen
Het OOP-traject heeft een open einde. Van Breenen: “Het vertrekpunt is voor alle OOP’ers anders, dus het eindpunt is dat ook. Verpleegkundigen die snelle groei laten zien en al gauw weten bij welk specialisme ze zich het meeste thuis voelen, kunnen na een paar maanden doorstromen naar een plek op een vaste afdeling. Wanneer iemand er wat langer over doet om zich zeker genoeg en goed thuis te voelen, mag het ook een jaar duren. Het is maatwerk. Voor ons is het belangrijkste dat wij de juiste instelling bij de collega zien. Vooral daarop nemen we de OOP-verpleegkundigen aan.”

Op juiste plaats
De extra investering die het ziekenhuis pleegt in de OOP’ers, betaalt zich volgens Mans en Van Breenen terug in gemotiveerde mensen die bewust op de juiste plaats terechtkomen. “En natuurlijk in het opheffen van het aanhoudende tekort aan verpleegkundigen.” De eerste groep is deze zomer van start gegaan. Wegens de grote toeloop is er op dit moment geen OOP-vacature meer. Eind dit jaar komen naar verwachting weer plekken vrij, zodra de eerste OOP’ers geland zijn op een vaste plek. De OOP-functie is geen opleidingsplaats. De kandidaat moet al gediplomeerd en BIG-geregistreerd zijn.

Ideale route
Voor Demy en Kim voelde de OOP-vacature als op hun lijf geschreven. Demy heeft dit jaar de voltijdstudie verpleegkunde afgerond. Ze liep een stage in de thuiszorg en een stage in een ander ziekenhuis. “Dat vond ik te beperkt om meteen als verantwoordelijke op een unit te staan. Ook wist ik niet precies waar in het ziekenhuis mijn interesse ligt. Als je dan kiest en je kiest verkeerd, zit je voorlopig aan die keuze vast. Tot nu toe heb ik hier op de afdelingen Interne Geneeskunde, Longgeneeskunde en Neurologie gewerkt. De verschillen zijn best groot. Daarom vind ik dit een ideale route.” Kim heeft al werkervaring in de wijkverpleging. “Dat is echt een andere wereld. Ik kwam op een punt terecht dat ik dacht: wat wil ik met mijn loopbaan? Graag zou ik verder studeren. Een plek in het ziekenhuis biedt daarvoor goede kansen, maar zonder ziekenhuiservaring kom je daar niet zo makkelijk terecht. Dus deze functie kwam als geroepen. Ik merk dat de collega’s erg openstaan voor de OOP-verpleegkundigen, ik voelde me direct heel welkom.”

Plaats een reactie

*=Verplicht veld