Column: hard en grof

Voorzitter Khadija Arib (PvdA) van de Tweede Kamer riep vrijdagmorgen 21 september 2018 de leden van de Tweede Kamer op om op hun toon van het debat te letten. Dat deed ze kort voor de beantwoording van de Algemene Politieke Beschouwingen. Arib verklaarde veel brieven en e-mails te hebben gekregen, waarin wordt geklaagd over het taalgebruik van kamerleden tijdens de eerste dag van het debat over de plannen van het kabinet, de Algemene Politieke Beschouwingen.

Woensdag 21 maart 2018. Jij en ik gaan naar de stembus, kiezen mee een gemeenteraad en de persoon komt wel of niet in de raad. Er is geen afspraak hoe hij of zij zich uit. Een mentale of fysieke gedragscode is niet afgesproken. “Misschien maar goed ook, omdat je dan als raadslid nog meer in een keurslijf wordt gestopt”, zeggen de tegenstanders. (Archieffoto Hans van der Aa / Sliedrecht24)

Mensen klagen over ‘hard en grof’ taalgebruik, aldus Arib. De discussie mag volgens haar ‘kritisch en scherp’ zijn, maar kan zonder grof te worden. Misschien zag je het wel woensdag 19 september 2018 tijdens de eerste dag van het debat over de begroting. Geert Wilders (PVV) en Tunahan Kuzu (DENK) haalden hard naar elkaar uit. Zij beten elkaar toe ‘op te rotten’. 

Van de leden van de Tweede Kamer der de Staten Generaal naar de leden van de Sliedrechtse gemeenteraad is een grote stap, maar ook in de Sliedrechtse gemeenteraad is de taal van sommige raadsleden veranderd. Je zou het ook hier soms wat ‘hard’ en ‘grof’ kunnen noemen. 

Dat vindt de burgemeester. Al meerdere keren wees hij raadsleden op hun taalgebruik. Dinsdag 18 september 2018 vond Bram van Hemmen (CDA) het nodig om raadsleden te wijzen op hun manier van communiceren, toen de Dordtse burgemeester en voorzitter van de Drechtraad Wouter Kolff (VVD) te gast was. Hij vond het te ‘scherp’ tegen een gast bij de raad. Met een grote mond haal je als politicus wel de media. Is dat een doel?

Moeten voorzitters daarop sturen? Niet iedereen vindt dat, want is dan het argument: ‘ze bemoeien zich met het politieke proces’. Dat hoor ik dan in de wandelgang. Gemopper dus. Moet een raadslid in zijn of haar uitingen, taalgebruik, in de openbare raadszaal zich ‘beheersen’, zeg maar? Mag je niet in klip en klare taal zeggen, wat je op je hart hebt bij een onderwerp? Heeft een raadslid een voorbeeld-functie in onze samenleving? 

Als je als burgemeester, vaak voorzitter van de raad, het genoemde standpunt hebt, dan moet je daar niet steeds als de boze huisvader op terugkomen. Dan moet je de raad bij elkaar roepen en daar met hen over in gesprek gaan en goede afspraken maken. ‘Zo gaan we met elkaar om en niet anders!’ De brief of een debat hierover moet nog komen. Wordt vervolgd! 

Peter Donk
redactie Sliedrecht24

Let op! Een column bevat altijd een mening. Dit artikel staat dan ook op de pagina Opinie. Elke lezer mag een column aandragen (let op de column is echt een column en geen ingezonden brief).

Plaats een reactie

*=Verplicht veld