SLIEDRECHT – Het college van B & W komt wat hen betreft op dinsdag 8 maart 2016 in de gemeenteraad met een aangepast voorstel over eventuele vluchtelingenopvang in Sliedrecht. Dat blijkt uit stukken, die Sliedrecht24 donderdag 18 februari 2016 in handen heeft. De fracties moesten voor vrijdagmorgen 19 februari 2016 09.00 uur melden of het stuk op de agenda kan worden geplaatst voor besluitvorming. Dat gebeurt.
Voor het college staat daarbij ‘een transparant proces’ voorop, waar zo’n 5 maanden voor wordt uitgetrokken. Het college wil de raad aan het einde van het proces een voorstel doen. Daarna wordt het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) over het besluit geïnformeerd.
Belangrijk is dat er dan voldoende draagkracht en draagvlak vanuit de samenleving is, de financiële risico’s voor de gemeente bekend zijn; de rol van Sliedrechtse ondernemers en maatschappelijke partijen én de samenwerking met de regio. Het college stelt de gemeenteraad voor om géén quick-scan vluchtelingenopvang uit te voeren.
Statushouders
Verder komt de positie van statushouders en Gemeentelijke Zelf Zorg Arrangementen (GZZA) aan de orde. Het college stelt de raad voor een besluit te nemen om geen extra lokale ambitie vast te stellen voor huisvesting van statushouders bovenop de landelijk vastgestelde taakstelling voor Sliedrecht. Ook om geen Gemeentelijke Zelf Zorg Arrangementen te realiseren.
Raad bepaalt
Het college van B & W schrijft dat het voor Sliedrecht belangrijk is dat de gemeente ‘zelf aan het roer staat’ voor wat betreft de vluchtelingenopvang. “Het moet niet het COA zijn dat bepaalt. Uw raad kan immers het beste afwegen wat voor Sliedrecht passend is. Sliedrecht staat bekend als een dorp dat als de nood aan de man is haar schouders er onder zet. Gemeenteraad en college willen van buiten naar binnen redeneren. Dit noemen we ‘overheid 2.0’. Zo kunnen wij als gemeente, op het moment dat er een concreet verzoek van het COA komt, goed bepalen of wij passende opvang kunnen bieden. Voorwaarde hiervoor is een zorgvuldig proces. Hiertoe dient dit raadsvoorstel”, aldus het college van B & W.
Niet wenselijk
In de stukken komt steeds terug dat het voor het college duidelijk is dat eventuele vluchtelingenopvang moet passen bij het draagvlak en het draagvermogen van Sliedrecht. Crisisnoodopvang past volgens hen goed bij Sliedrecht. “Er is op dit moment in Nederland geen sprake meer van crisisnoodopvang, omdat dit nu niet nodig is. Het is echter niet uitgesloten dat later dit jaar opnieuw crisisnoodopvang nodig is”, aldus het college. Een asielzoekerscentrum in Sliedrecht is volgens hen ‘niet wenselijk’. College: “Voor het succesvol opvangen van vluchtelingen in Sliedrecht is het van belang, dat we zoveel als mogelijk dingen zelf kunnen organiseren. Dat is bij een AZC niet mogelijk. Bij een AZC regelt het COA exploitatie, voorlichting, begeleiding, beveiliging, pre-inburgering en locatie leiding. Onze invloed is daarmee vrijwel nihil.”
Draagvlak en draagkracht
In het voorstel aan de raad wordt een – wat het college noemt – een transparant proces beschreven. Het college schrijft: “Het transparante proces, ter voorbereiding op besluitvorming door de raad, voorkomt – zoveel als mogelijk – onrust. Belanghebbenden worden via dit proces immers tijdig gehoord. Dit proces zorgt ervoor dat er een goed beeld van de mate van draagvlak en draagkracht ontstaat. Hiermee zijn we transparant en open naar inwoners bij eventuele verzoeken van het COA voor vluchtelingenopvang. Doordat het proces uitgaat van openheid, transparantie en het betrekken van inwoners, ontstaat een goed beeld van de mate van draagvlak en draagkracht. Dit past goed binnen de openheid en transparante die uw raad en het college nastreven.” Draagvlak en draagkracht zijn volgens het college de belangrijkste voorwaarden voor succesvolle vluchtelingenopvang. “Draagkracht is de mate waarin Sliedrecht vluchtelingenopvang aan kan. Draagvlak is de mate van acceptatie van de bevolking voor vluchtelingenopvang. Draagvlak en draagkracht zijn pas goed te bepalen als er een mogelijke locatie bekend is. Voor zowel inwoners als vluchtelingen is het belangrijk dat draagvlak en draagkracht passen bij de omvang, de duur en de locatie van eventuele opvang.”
Geen quick-scan
Opvallend is dat het college een quick-scan niet nodig vindt. Daarvoor werd eerder besluitvorming uitgesteld. “Het uitvoeren van een quick-scan heeft te weinig toegevoegde waarde. Nu duidelijker is geworden wat vanuit de gemeenteraad belangrijk wordt gevonden is ook duidelijk dat een quick-scan op dit moment onvoldoende toevoegt. Met de input die vanuit de raad op 19 januari 2016 is gegeven, is een belangrijk doel van de quick-scan en businesscase al bereikt: een concreter beeld van wat ‘passend’ is voor Sliedrecht en waar het ‘passend zijn’ van afhankelijk is. Voor de gemeenteraad zijn draagvlak en draagkracht de belangrijkste aspecten. Beide aspecten zijn echter afhankelijk van locatie en actuele omstandigheden”, verwoordt het college in het raadsvoorstel.
Stappenplan
Het procesvoorstel bij een eventueel verzoek van het COA ziet er als volgt uit:
Uitgangspunten
In het proces houdt het college rekening met wat er gedeeld is door insprekers, gemeenteraad en college in de oordeelsvormende vergadering van dinsdag 19 januari 2016 en de besluitvormende vergadering van dinsdag8 maart 2016. Het draagvlak en de draagkracht willen het dagelijks bestuur van de gemeente Sliedrecht verkennen met inwoners/ belanghebbenden door het organiseren van bijvoorbeeld één of meer bewonersavonden waar alle belanghebbenden voor worden uitgenodigd, het vormen van een platform of adviesgroep van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties of door een vorm van (digitale) raadpleging (bijv. burgerpanel benutten) via de gemeentelijke communicatiekanalen en/ of het Onderzoekcentrum Drechtsteden). De informatie die hieruit komt, kan de raad gebruiken bij haar meningsvorming/ oordeelsvorming en vervolgens besluitvorming. College: “Dit proces waarborgt dat de gemeenteraad in positie blijft en dat inwoners/ belanghebbenden worden gehoord en betrokken.” Bij het stappenplan maakt het college de opmerking dat door veranderende omstandigheden het wenselijk kan zijn hiervan af te wijken.