Chemiebedrijf zette gezondheid op het spel

DORDRECHT / SLIEDRECHT – Het chemiebedrijf DuPont Nederland in Dordrecht heeft personeelsleden jarenlang blootgesteld aan giftige stoffen, waardoor zij gezondheidsrisico’s liepen. De arbeidsomstandigheden waren soms verre van optimaal in de fabriek. Dat blijkt uit informatie, die in het bezit is van Sliedrecht24. 

Chemiebedrijf Chemours Nederland (voorheen DuPont) in Dordrecht. Een werknemer hangt de vuile was buiten, omdat het echt verschrikkelijk was. (Foto Sliedrecht24)

De klachten varieerden van zwaarademig tot rode vlekken en meer. Dampen en pigmenten van extruders kwamen in de ruimte waar bijvoorbeeld de laborant zijn werkomgeving had. “Het kwam de arbeidsomstandigheden niet ten goede.”

Gezondheidsrisico
De kankerverwekkende stof Perfluorooctanoate (PFOA of C8 ook wel genoemd) werd geleverd door het bedrijf 3M uit Zwijndrecht (België). DuPont Nemours in Dordrecht gebruikte de stof tussen 1970 en 2012 gebruikt voor de productie van Teflon, maar het werd ook gebruikt in de FEP (‘waar 6 ton C8 werd gebruikt’) en Viton fabriek op De Staart. Een oud-medewerker werkte in een strategic business unit (SBU) met extruders. “Daarvan kreeg ik tranende ogen en bij hoge concentraties werd mijn keel dichtgeknepen en moest ik soms weglopen. Dat bleek formaldehyde (een giftig gas met een zeer sterke, onaangename geur-red.) te zijn. In een andere fabriek dwarrelde poeder rond, waarin C8, PFIB, HF en HFP zat. Ik heb het aangekaart en toen bleek dat er wat mis was in de fabriek. Het bleek niet mogelijk onderdruk te houden in tanker, droger en vulstation, waardoor het halffabrikaat vrij kwam door overdruk.” Gevolg was dat de klokkenluider deels werd afgekeurd. Later volgde overplaatsing, maar werkdruk en spanningsvelden, maakten het voor hem onmogelijk langer te functioneren. De werknemer ging weg met een vertrekpremie.

Procesfouten
De stof werd gebruikt om in een hoge druk autoclaaf, een afgesloten drukvat te vergelijken met een snelkookpan, een proces te starten om de ketens FEP te laten ‘groeien’. “Na de autoclaaf werd het via de coagulator (een soort droger, perfluoroctaansulfonaat (PFOS) en perfluorooctanoate (PFOA) wordt verwijderd uit water door stolling), een scheidingsproces, waarbij een deel als afval in het riool terechtkwam, een ander deel kwam in de atmosfeer. Men probeerde met een zogenaamde scrubber (gasreiniger, in 1998 vernieuwd – red.) de dampen te scheiden, hetgeen niet altijd goed lukte. Naar mijn mening kwam dus PFOA in de atmosfeer”, schrijft een oud-medewerker aan Sliedrecht24. Volgens hem ging het afvalwater na de scrubber naar een zuiveringsinstallatie naar de zuiveringsinstallatie (afvalverwerking) waar Rijkswaterstaat regelmatig het afvalwater kwam controleren. Er werden dan monsters genomen, voordat het in de rivier de Merwede werd geloosd. “Regelmatig kwamen ingenieurs praten over C8, omdat men wist dat deze stof niet afbreekt, ook niet in de rivier.” 

Plaats een reactie

*=Verplicht veld