DEN HAAG / SLIEDRECHT – Geen haar op het hoofd van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland die erover denkt om het RIVM aan te spreken op het verstrekken van een cadeaubon t.w.v. € 25,– aan de deelnemers van de PFOA-bloedtest. Dat blijkt uit beantwoording dinsdag 6 september 2016 van vragen door het statenlid Harm Groenendijk (PVV)
Maandag 5 september 2016 begon het RIVM met de bloedtesten. Groenendijk stelde de vragen woensdag 24 augustus aan het dagelijkse bestuur van de provincie. “De provincie deelt kadobonnen uit in plaats van bloed”, stelde Groenendijk. (Foto Sliedrecht24)
De provincie was op de hoogte van het eerder door Sliedrecht gepubliceerde artikel over o.a. de cadeaubonnen. Ook een aantal politieke partijen in Sliedrecht plaatsten vraagtekens.
Geen moeite mee
“De mensen die uitgenodigd zijn, voldoen aan de criteria en daadwerkelijk deelnemen aan het bloedonderzoek ontvangen een bon ter waarde
van € 25,– als tegemoetkoming voor hun inzet, reiskosten en ongemak. De provincie heeft niet apart opdracht gegeven voor de vergoeding. De provincie heeft opdracht gegeven voor een onafhankelijk onderzoek en laat de uitvoering aan het RIVM. De vergoeding die RIVM geeft aan deelnemers aan het onderzoek is onderdeel van de uitvoering van het bloedonderzoek en is een standaardprocedure van het RIVM”, stelt de provincie Zuid-Holland, die er dus geen moeite mee heeft om een bedrage van in totaal € 15.000,– (600 bloedtesten) te betalen voor cadeaubonnen.
Geen rol gespeeld
De PVV Zuid-Holland vroeg zich af hoe het kan dat er kennelijk geen budget is voor
het uitvoeren van bloedtesten bij iedereen in de Drechtsteden die dat wil, maar wel voor ‘onzinnige’ cadeaubonnen van € 25,– per persoon. GS: “Het RIVM doet in zijn rapport ‘Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden’ een aantal aanbevelingen. Wij hebben aangegeven onze verantwoordelijkheid te nemen en samen met het Rijk en betrokken gemeenten de aanbevelingen van het RIVM om te zetten in concrete acties. Eén van de aanbevelingen betreft het uitvoeren van een gerichte steekproef onder omwonenden. Een breed opgezet gezondheidsonderzoek is door zowel het RIVM als DG&J op inhoudelijke gronden ontraden. Daarbij hebben financiële afwegingen geen rol gespeeld.”