Provincie deelt info met gemeente over formaldehydelek

DEN HAAG / SLIEDRECHT – Gedeputeerden Rik Janssen (SP) en Floor Vermeulen (VVD) hebben het college van B & W van de gemeente Sliedrecht maandag 21 november 2016 een brief gestuurd met antwoorden op vragen over de formaldehyde lekkage, zoals die tussen woensdag 1O en vrijdag 12 augustus 2016 heeft plaatsgevonden bij chemiebedrijf DuPont te Dordrecht. “Wij zijn van mening dat DuPont eerder melding van een ongewoon voorval had moeten doen en ook sneller informatie over de grootte van de emissie had moeten delen met Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid”, schrijven de gedeputeerden. Donderdag 24 november 2016 kregen de statenfracties een afschrift van de verzonden brief. 

De provincie Zuid-Holland heeft na bijna 2 maanden een dertiental vragen beantwoord van de gemeente Sliedrecht (en Dordrecht) over de formaldehydelekkage bij chemiebedrijf DuPont. (Foto Sliedrecht24)

Het college van Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht stelde woensdag 28 september 2016 13 vragen aan het college van Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Zuid-Holland. Een dag later stuurde ook het college van Dordrecht dezelfde vragen naar Den Haag. Na bijna 2 maanden volgde de beantwoording. “Wij begrijpen uw vragen en delen uw zorg voor de inwoners van Sliedrecht. Ook voor Gedeputeerde Staten staan gezondheid en veiligheid voorop. Om een veilige situatie af te dwingen en herhaling te voorkomen, verzwaren en verscherpen wij het toezicht en hebben wij verschillende maatregelen genomen richting DuPont”, zet het college van GS in de begeleidende brief.

Lek
De formaldehyde lekkage werd geconstateerd in de Delrin Chemical fabriek. “Deze werd mogelijk veroorzaakt door een openstaande afsluiter tijdens uitstomen van productielijn2. De oorzaak is weggenomen door de afsluiter te sluiten en de afuoertrechter te spoelen waarna de geur niet meer wordt waargenomen. ln de avond van donderdag 11 augustus 2016 is op het terrein opnieuw een formaldehydegeur geconstateerd waarna DuPont een onderzoek gestart is in de Delrin Chemical fabriek. Vrijdag 12 augustus 2016 is de formaldehydelekkage via de meldkamer van DCMR gemeld aan de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). Door DuPont is daarbij aangegeven dat het om een klein incident ging en dat er reeds actie was ondernomen door het bedrijf (oorzaak verholpen, emissie gestopt). OZHZ heeft het bedrijf toen opgedragen om het incident grondig te onderzoeken en een onderzoeksrapport in te dienen.”

Aangifte
Tijdens een controlebezoek door OZHZ aan DuPont op 19 augustus 2016 heeft DuPont op vragen van toezichthouders volgens de provincie aangegeven dat het onderzoek naar oorzaak en gevolgen van het incident in volle gang was en dat een gedetailleerde rapportage in september 2016 werd verwacht. “Dinsdag 20 september 2016 heeft OZHZ bericht van DuPont ontvangen over de uitkomsten van dit onderzoek met de mededeling dat is berekend dat er via de gescheurde breekplaat een formaldehyde emissie heeft plaatsgevonden van 2730 kg. Dit gegeven heeft de inschatting over de ernst van het incident veranderd en het management van OZHZ is daarna geïnformeerd. Donderdag 22 september 2016 zijn Gedeputeerde Staten (GS) geïnformeerd. Direct nadat het incident is gemeld aan GS hebben wij actie ondernomen en opdracht gegeven aan OZHZ om alle feiten en omstandigheden in kaart te brengen. Dezelfde dag heeft OZHZ namens GS aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Tevens zijn de gemeenten Dordrecht en Sliedrecht op basis van de toen beschikbare informatie ingelicht”, bericht de provincie Zuid-Holland.

Stilgelegd
Maandagavond 10 oktober 2016 heeft er opnieuw een incident plaatsgevonden waarbij circa 1 kg formaldehyde onbedoeld naar de lucht is geëmitteerd. “DuPont heeft dit zelf geconstateerd en gemeld. Diezelfde avond heeft de provincie aangedrongen op het onmiddellijk stopzetten van twee productielijnen van de Delrin Chemicalfabriek. DuPont heeft daarop besloten om deze productielijnen, tot nader order stil te leggen. De provincie ziet erop toe dat er geen productieactiviteiten plaatsvinden totdat DuPont een veilige situatie kan garanderen.” Dinsdag 11 oktober 2016 vond een gesprek plaats met de directie van DuPont. ln dat gesprek is aangegeven dat DuPont, naar de mening van de provincie, de Delrin Chemical fabriek niet mag opstarten voordat het bedrijf heeft aangetoond middels onafhankelijke veiligheidsstudies dat zij voldoende maatregelen heeft genomen om de Delrin fabriek veilig te kunnen bedrijven zowel in technisch opzicht als qua bediening door operators.

Dwangsom en herstart
De beschreven incidenten hebben er toe geleid datOZHZ namens de provincie een aantal handhavingsprocedures is gestart om herhaling van overtredingen te voorkomen. lnmiddels zijn twee formele lasten onder dwangsom opgelegd. Donderdag 3 november 2016 ontving de gemeente Sliedrecht een afschrift van de brief aan Provinciale Staten. Als bijlagen werden zowel de verspreidingsberekeningen als het oordeel van TNO en DG&J meegestuurd. Gedeputeerden Vermeulen en Janssen hebben dinsdag 15 november 2016 een gesprek gevoerd met de directie van DuPont. “DuPont heeft de provincie geinformeerd dat veiligheidsstudies naar alle onderdelen van de Delrin fabriek van DuPont zijn uitgevoerd en er een plan van aanpak is opgesteld. De veiligheidsstudies en het plan van aanpak van DuPont zijn door een onafhankelijk expert, te weten Witteveen + Bos, bekrachtigd. De conclusie is dat voldaan wordt aan de eisen die in de dwangsom van 12 oktober 2016 zijn gesteld aan het hervatten van het productieproces in de Delrin fabriek. ln de loop van woensdag 16 november 2016 is DuPont begonnen met de voorbereidingen om de twee stilgelegde productielijnen van de Delrin fabriek van DuPont op te starten. De betrokken bestuurders van Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht zijn hierover geTnformeerd.”

Emissie niet gedetecteerd
De gemeente Sliedrecht vindt het onbegrijpelijk dat de lekkage heeft kunnen gebeuren. “De informatie zoals wij over het incident van DuPont hebben ontvangen en het daarop volgende door OZHZ gezamenlijk met de lnspectie SZW ingestelde onderzoek heeft geleid tot de volgende voorlopige conclusies: Een breekplaat is een veiligheidsvoorziening die bij een te hoge druk in het systeem deze gecontroleerd laat ontsnappen. Het openen van een breekplaat wordt normaliter gesignaleerd door de aanwezige drukschakelaar zodat direct maatregelen genomen kunnen worden. Uit informatie van DuPont blijkt dat in dit geval een breekplaat is gescheurd zonder dat er aantoonbaar sprake was van een te hoge druk. De signalering heeft daarbij gefaald, mede vanwege een aanwezige omloopleiding. Hierdoor kon formaldehyde, in eerste instantie ongemerkt, via een schoorsteen op een hoogte van 47 meter ontsnappen. De in de fabriek aanwezige meetsystemen hebben deze emissie niet gedetecteerd, dit in tegenstelling tot de emissie van 10 augustus waarbij wel verhoogde waarden zijn gemeten.”

Onderzoeksraad
Na het incident zijn volgende de provincie verschillende maatregelen genomen door DuPont om herhaling van een soortgelijk incident te voorkomen. “DuPont heeft de route (omloopleiding) die mede de oorzaak was van het ongemerkt vrijkomen van formaldehyde uit de reactor afgesloten en de instelling van de drukschakelaar gewijzigd. Maandag 3 en woensdag 5 oktober 2016 hebben OZHZ en de lnspectie SZW gezamenlijk een inspectie uitgevoerd bijde Delrin Chemicalfabriek. Daarbij is vastgesteld dat het risico op een emissie van formaldehyde op een vergelijkbare wijze als zich tijdens het incident heeft voorgedaan, nu beheerst wordt. Vanwege de omvang van de emissie is dit incident meldingsplichtig bij de Europese Commissie. Dat betekent dat ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) verplicht is onderzoek te doen naar het incident. De Raad onderzoekt hierbij de directe oorzaak van de emissie en eventueel achterliggende oorzaken en bekijkt welke lessen er te leren zijn voor de gehele industrie. De OvV kan bij zijn onderzoek naar het incident ook het optreden van de betrokken overheidsinstanties betrekken. Wij kunnen niet vooruitlopen op de uitkomsten van het OvV onderzoek”, aldus Janssen en Vermeulen.

Veiligheidsbeheerssysteem
GS zegt naar aanleiding van het incident meerdere maatregelen te hebben genomen. “Eén daarvan betreft het opleggen van een last onder dwangsom waarmee DuPont opgedragen wordt om onafhankelijke veiligheidsstudies uit te laten voeren naar alle onderdelen van de Delrin Chemical fabriek. Daarnaast is er een last onder dwangsom in procedure waarin geëist wordt dat er controle moet plaatsvinden of de fabriek gebouwd is zoals ontworpen om daarmee alle maatregelen te kunnen nemen die nodig zijn voor de veiligheid. ln de omgevingsvergunning worden eisen gesteld aan de monitoring van het productieproces. Het bedrijf heeft een veiligheidsbeheerssysteem dat moet zorgen voor een veilig productieproces”, schrijft de provincie. OZHZ houdt hier namens de provincie toezicht op samen met de lnspectie SZ en de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Nog deze maand wordt samen met de lnspectie SZff en de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid een meerdaagse BRZO controle uitgevoerd op het Veiligheidsbeheerssysteem.

Te laat melding
Voor GS staan – zo staat in de brief aan de gemeente – gezondheid en veiligheid voorop. “Het bedrijf is primair zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Wij zijn van mening dat DuPont eerder melding van een ongewoon voorval had moeten doen en ook sneller informatie over de grootte van de emissie had moeten delen met OZHZ. Daarmee was OZHZ in staat gesteld eerder GS en de betrokken gemeenten te informeren. Op basis van de eerste informatie van het bedrijf waarbij gemeld werd dat het een klein incident betrof, inmiddels maatregelen waren genomen en de lekkage was opgeheven, heeft OZHZ, op basis van de op dat moment beschikbare informatie en voor zover nu is gebleken, adequaat gehandeld. Dat achteraf blijkt dat de gevolgen van de lekkage door DuPont verkeerd zijn beoordeeld doet daar niet aan af.” Om een veilige situatie af te dwingen en herhaling te voorkomen verzwaren en verscherpt de provincie Zuid-Holland het toezicht en nemen zij verschillende maatregelen richting DuPont. Zo ís er een last onder dwangsom in voorbereiding gericht op het onverwijld melden van alle ongewone voorvallen en het delen van alle relevante informatie.

Vergunde emissie
ln de omgevingsvergunning van Chemours van 3 oktober 2013 is de vergunde emissie van formaldehyde teruggebracht van 11.496 naar 4.600 kg per jaar. Deze jaarvracht geldt voor de gezamenlijke locatie van DuPont en Chemours. Voor de Delrin DCA-DFA fabriek van DuPont geldt conform voorschrift D.2 van de omgevingsvergunning van 3 oktober 2013 dat de emissie van formaldehyde de jaarvracht van 3000 kg niet mag overschrijden. “Uit informatie van het bedrijf blijkt dat er tot woensdag 31 augustus 2016 sprake is geweest van een reguliere emissies van 818 kg formaldehyde door de Delrin Chemical fabriek. De overige 1600 kg per jaar is conform voorschrift D.2 van de omgevingsvergunning van 3 oktober 2013 vergund aan de Formaldehyde-fabriek. Uit informatie van het bedrijf blijkt dat daar tot 31 augustus 2016 sprake is van een reguliere emissie van 125 kg formaldehyde.”

Verspreidingsberekening
DuPont heeft volgens de provincie naar aanleiding van het incident een verspreidingsberekening op laten stellen door extern ingenieursbureau Antea. “Vrijdag 30 september 2016 heeft OZHZ het rapport ontvangen en beoordeeld in samenspraak met de DCMR milieudienst Rijnmond, DG&J en het RIVM. Naar aanleiding van de beoordeling heeft OZHZ aanvullende vragen gesteld aan DuPont en verzocht om een tweede verspreidingsberekening. DuPont heeft donderdag 20 oktober 2016 de definitieve rapportage, opgesteld door Antea, ingediend waarmee de aanvullende vragen beantwoord zijn. Tevens is het rapport gecomplementeerd met de gevraagde tweede verspreidingsberekening van Buro Blauw. Beide verspreidingsberekeningen zijn beoordeeld door OZHZ. Tevens is TNO gevraagd om te controleren of de door DuPont genoemde hoeveelheid geëmitteerde formaldehyde correct is berekend. Aan DG&J is gevraagd te adviseren over de mogelijke gezondheidsrisico’s van de emissie”, stellen de gedeputeerden. TNO heeft de rapportage beoordeeld en bevestigd dat de onderliggende berekeningen waarmee de grootte van de emissie is bepaald correct zijn uitgevoerd en de berekende massastroom (de hoeveelheid geëmitteerde formaldehyde in kg/uur-red.) van de juiste ordegrootte is. Deze conclusie komt overeen met het oordeel van de betrokken omgevingsdiensten OZHZ en DCMR.

Verwaarloosbaar
DG&J is op basis van het definitieve rapport volgens de provincie Zuid-Holland tot de conclusies de meeste omwonenden naar verwachting niets hebben gemerkt van de formaldehyde lozing. Mogelijk hebben enkele omwonenden tijdens de lozing formaldehyde kunnen ruiken. Mogelijk hebben enkele omwonenden tijdelijk lichte irritatie van ogen of luchtwegen ondervonden. “Er zijn door de lozing voor de omwonenden geen nadelige gezondheidseffecten op de langere termijn te verwachten. Het risico op kanker door de lozing is verwaarloosbaar klein. Het onderzoek naar eventuele risico’s voor omwonenden als gevolg van het formaldehyde incident ís met de adviezen van TNO en de DG&J afgerond. De verspreidingsberekening en de beoordeling daarvan bevatten geen uitspraken over andere milieueffecten. Vanwege de duur en hoogte van de emissie worden significante lange termijn effecten op het omgevingsmilieu niet aannemelijk geacht.”

Gezondheid en veiligheid
Gedeputeerde Staten zijn het Wabo bevoegd gezag voor de inrichtingen van DuPont en Chemours. ln dat kader verleent de provincie de vergunning, houdt toezicht en treedt handhavend op. Slager van eigen vlees? “De provincie beoordeelt de relevante informatie en betrekt hierbij de benodigde instanties zoals in het geval van de verspreidingsberekening TNO, de DG&J en het RIVM. De provincie informeert vanuit haar rol als bevoegd gezag de betrokken gemeenten actief. Alle definitieve onderzoeksrapporten naar de mogelijke effecten op de volksgezondheid zijn inmiddels met u gedeeld. Voor GS staan gezondheid en veiligheid voorop. Het bedrijf is zelf primair verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Om een veilige situatie af te dwingen en herhaling te voorkomen, verzwaren en verscherpen wij het meldingsregime en het toezicht. OZHZ heeft namens de provincie een aantal handhavingsprocedures opgestart om daarmee herhaling van overtredingen te voorkomen. 

Plaats een reactie

*=Verplicht veld