SLIEDRECHT – Raadslid Gerrit Venis (PRO Sliedrecht) heeft bijna een maand op de beantwoording van vragen over grondtransport met PFOA besmette grond van het Land van Matena in Papendrecht naar terrein van Jan Vink in Sliedrecht-Noord moeten wachten, maar dinsdagmiddag 28 augustus 2018 kwam er een antwoord op de vragen. De gemeente is onjuist geïnformeerd, doordat de aannemer een verkeerde stortlocatie meldde aan de Omgevingsdienst.
In mei 2018 heeft een transport van PFOA houdende grond plaatsgevonden vanuit het project Land van Matena in Papendrecht naar de locatie Vink in Sliedrecht. (© Archieffoto RPAS Peter Donk / Dronetv.nl)
Venis stelde de vragen woensdag 1 augustus 2018. Het college van B & W vond het nodig eerst met een uitleg te komen. Daarna pas de vragen te beantwoorden.
Illegaal gestort
Op 2 augustus 2018 heeft de Omgevingsdienst de gemeente Sliedrecht namelijk gemeld dat het grondtransport niet conform de daarvoor goedgekeurde melding is uitgevoerd. “In de melding heeft de aannemer namelijk de Kweldamweg als ontvangstlocatie van de grond aangegeven, terwijl de grond in werkelijkheid (grotendeels) is gestort aan de Parallelweg. Milieutechnisch is hier geen bezwaar tegen, maar vanuit juridisch/administratief oogpunt is hiermee de grond aan de Parallelweg illegaal gestort”, schrijft het college.
Brief en verzoek toelichting
Op basis van deze nieuwe feiten is het de gemeente Sliedrecht nog duidelijker geworden dat achteraf bezien de Omgevingsdienst hen onjuist heeft geïnformeerd over de locaties waar de grond is toegepast. College: “We hebben dan ook nogmaals aan de dienst duidelijk gemaakt dat deze gang van zaken niet acceptabel is en opheldering gevraagd over hoe dit heeft kunnen gebeuren, welke gevolgen dit heeft en welke maatregelen de Omgevingsdienst neemt om dit in de toekomst te voorkomen.” Aan de omgevingsdienst is daarover een brief gestuurd. Daarnaast heeft het college hen verzocht dit op korte termijn ook in de raad te komen toelichten.
Juridische positie
Volgens de gemeente Sliedrecht zijn ‘uiteraard de verantwoordelijken voor het grondtransport aangesproken op het feit dat zij de grond hebben gebracht op een locatie die afwijkt van de ingediende
melding’. “Wij beraden ons nu op de vervolgstappen en onze juridische positie daarin met betrekking tot handhaving. Omdat het om een ‘administratieve’ fout gaat, en niet om een probleem vanuit de milieuregelgeving, zijn principes als redelijkheid en proportionaliteit juridisch van belang in de afweging hoe hier mee om wordt gegaan met betrekking tot handhaving”, licht het college toe.
Geen risico
De gemeente Sliedrecht schrijft aan raadslid Venis dat ze het belangrijk vinden, los van de procedurele en communicatieve gang van zaken, het aspect van de volksgezondheid nader toe te lichten. “Bij PFOA-gerelateerde zaken staat de volksgezondheid centraal en wij willen voorkomen dat hierover onduidelijkheid ontstaat. Onze conclusie is dat het grondtransport geen risico heeft gevormd voor de
volksgezondheid. Dit baseren wij op het feit dat de verplaatste grond concentraties PFOA bevat die variëren tussen de 4 en 7,2 μg/kg (microgram per kg). Deskundigen van partijen als DCMR, DG&J, provincie, Omgevingsdienst, betrokken gemeenten en het expertisecentrum PFAS (PFOA is een PFAS stof) zijn van mening dat bij concentraties PFOA tot maximaal 10 μg/kg sprake is van (zeer) lichte verontreiniging, waarbij er geen risico’s zijn voor de volksgezondheid en/of het verslechteren van de bodemkwaliteit”, aldus het college van B & W. Dit is volgens hen ook opgenomen in de herziene handreiking voor PFOA houdende grond van 13 juni 2018. College: “Verder hanteert het RIVM een grenswaarde van 86 μg/kg PFOA voor veilig gebruik van grond. Deze waarde is gericht op het gebruik van de grond als moestuin, waarbij mensen hun oogst volledig zelf opeten. De waarde van 10 μg/kg zit hier ruim onder om ieder risico bij grondverzet uit te sluiten.”
Onderzoek bodem
Met de Omgevingsdienst is volgens het college afgesproken dat zij het perceel Parallelweg 3 onderzoeken. Er zijn volgens de gemeente inmiddels in opdracht van de omgevingsdienst al grondmonsters genomen van de oorspronkelijke bovengrond. College: “Dit is volgens de wet- en regelgeving niet noodzakelijk. Ter bevestiging van de conclusie dat het grondtransport geen risico heeft
gevormd voor de volksgezondheid/bodemkwaliteit vinden wij het wenselijk, bij wijze van
uitzondering, het onderzoek toch uit te laten voeren.” Dat gebeurt op verzoek van Venis. Het college belooft het raadslid om de resultaten terug te koppelen.
Niet weggehaald
De grond wordt niet weggehaald, meldt de gemeente Sliedrecht. “Zoals eerder aangegeven vallen de PFOA concentraties van de getransporteerde grond binnen de bandbreedte tot 10 μg/kg waarbij er geen risico is voor de volksgezondheid/bodemkwaliteit. Daarmee is er milieutechnisch gezien geen aanleiding
om de grond weer te verwijderen. Als blijkt dat de oorspronkelijke grond bij Vink volledig schoon is van PFOA (die kans is echter zeer gering) nemen wij het laten verwijderen uiteraard wel in overweging. De vraag daarbij is of dit juridisch gezien haalbaar is met het oog op wet- en regelgeving”, stelt het college in de beantwoording aan Venis.
Past in handreiking
In de memo staat dat de grond die is toegepast op de Kweldamweg te Sliedrecht volgens Venis voldoet aan het gestelde in zowel Besluit bodemkwaliteit als de Handreiking van 3 november 2017 en tevens volledig past binnen het gestelde in de Herziene Handreiking van 13 juni 2018. “Als we de kaart bij de Herziene Handreiking van 13 juni 2018 in ogenschouw nemen, dan ligt het land van Vink (aan de Parallelweg en aan de Kweldamweg) in zone 1 en het Land van Matena in zone 3. Deelt u onze twijfel aan de informatie dat het “volledig past binnen het gestelde in de Herziene Handreiking van 13 juni 2018”, vraagt Gerrit venis aan het College, die de twijfel zegt niet te delen. College: “In de herziene handreiking is de regel geschrapt dat grondverzet alleen binnen een bepaalde zone mag plaatsvinden. Uit nader onderzoek is gebleken dat binnen de zones een grote variatie aan PFOA concentraties aanwezig is. In plaats daarvan is daarom de nieuwe regel dat alleen grond met een waarde onder de 10 μg/kg (lichte verontreiniging) verplaatst mag worden. Dit mag binnen de hele zone B uit de herziene handreiking, ongeacht de zone waaruit het afkomstig is. Aangezien de waarden bij dit grondtransport onder de 10 μg/kg zijn past het binnen de herziene handreiking.”
Flinke deuk opgelopen
Venis wilde van het college ook weten of zij met de wetenschap, zoals beschreven in de CIB, de Omgevingsdienst wel voldoende gekwalificeerd vinden om – op welke wijze dan ook – betrokken te zijn bij het DuPont / Chemours / PFOA-dossier, nu blijkt dat de dienst weinig oog heeft voor de gevoeligheid van dit dossier voor de inwoners, raadsleden, de ambtelijke organisatie en het bestuur? “Het vertrouwen in de kwaliteit van de dienstverlening op procesniveau heeft, ook bij ons, een flinke deuk opgelopen. De Omgevingsdienst erkent ook dat zij fouten heeft gemaakt. Hierover is inmiddels een bestuurlijk gesprek geweest waarin de Omgevingsdienst heeft aangegeven, in overleg met ons, een aantal maatregelen te treffen om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen”, antwoordt het college de vraag van Venis.
Geen verandering
Raadslid Venis wilde van het college ook weten of ze dan bereid zijn (met andere betrokken Drechtgemeenten) te onderzoeken dit dossier onder te brengen bij een organisatie die er meer verstand van heeft? Daarop is het antwoord van het college ‘nee’. “Wij maken al gebruik van diverse experts op het dossier Chemours / Dupont. Zo laten wij ons, evenals de gemeenten Dordrecht en Papendrecht, op alle zaken die betrekking hebben met de vergunningen van de bedrijven adviseren door het bureau MOB. Zij zijn gespecialiseerd in complexe milieutechnische zaken op het gebied van stoffen zoals PFOA
en GenX. Ook het RIVM heeft ons de afgelopen periode ondersteund met de gezondheids- en moestuinonderzoeken. Daarnaast is er een regulier deskundigenoverleg over PFOA waar, naast de Omgevingsdienst, ook de diverse gemeenten, DG&J, Provincie, DCMR en het experticecentrum PFAS deel van uitmaken”, schrijft het college van B & W aan raadslid Gerrit Venis.
“Omgevingsdienst erkent ook dat zij fouten heeft gemaakt. Hierover is inmiddels een bestuurlijk gesprek geweest waarin de Omgevingsdienst heeft aangegeven, in overleg met ons, een aantal maatregelen te treffen om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen”, antwoordt het college”
Ben benieuwd als ik een fout maak of ik er dan ook zo makkelijk mee wegkomt na een overleg
Maar ja, politiek. Ik snap het helaas niet.