DEN HAAG / SLIEDRECHT – Demissionair staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) van Milieu werkt wel mee aan het uitvoeren van de motie Van Eijs/Kröger voor een bloedtest naar PFOA voor omwonenden rond het chemiebedrijf Chemours / DuPont, maar deze uitkomsten geven volgens haar ‘geen representatief beeld’. Dat schrijft de bewindsvrouw dinsdag 3 oktober 2017 aan de Tweede Kamer.
Sharon Dijksma refereert aan het debat van donderdag 21 september 2017. “Daarbij is de conclusie getrokken dat deze individuele testen voor betrokkenen uiteraard belangrijk zijn, maar dat de gegevens hiervan niet geschikt zijn om te aggregeren”, aldus Dijksma, die daarvoor verschillende redenen heeft. (Foto Ministerie van Infrastructuur en Milieu)
Er is volgens Dijksma vanuit de eerder door het RIVM uitgevoerde verificatiestudie (steekproef onder omwonenden-red.) al een goed beeld van wat de gemiddelde concentratie is en van de bandbreedte waarbinnen de gevonden waarden vallen. Dijksma: “Voor deze studie was van een groot aantal omwonenden, representatief voor verschillende vormen van blootstelling, de concentratie in het bloed bepaald en zijn van hen relevante gegevens verzameld. De bloedtesten die nu nog additioneel zullen worden uitgevoerd, geven uit de aard der zaak geen representatief beeld. De gemeten concentratie PFOA is zonder verdere details over de persoon en zijn of haar achtergrond (geslacht, leeftijd, adres en woonduur, al of niet werkzaam (geweest) bij DuPont of Chemours) niet goed te interpreteren. Anders dan bij de verificatiestudie van het RIVM worden zulke persoonsgegevens in het kader van de aanstaande regeling niet verzameld. Ze zijn ook niet verzameld bij de eerdere lokale regelingen.”
Gegevens bewaren
Door het laboratorium van het ziekenhuis in Dordrecht zijn volgens Dijksma inmiddels, al of niet in het kader van eerdere lokale regelingen, al vele honderden bloedtesten verricht. “Alle testresultaten worden tien jaar bewaard. Indien in de toekomst alsnog een aanleiding ontstaat om deze resultaten te gebruiken, zal daarvoor een zorgvuldige procedure moeten worden doorlopen, ook om de noodzakelijke persoonsgegevens te verkrijgen”, schrijft Dijksma aan de kamer. Dat zou dan volgens haar het moment zijn om ook te toetsen of wordt voldaan aan de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens, die grenzen stelt aan het gebruik van medische gegevens voor wetenschappelijk onderzoek. Dan zal bijvoorbeeld aan alle personen individueel om toestemming moeten worden
gevraagd, ook aan degenen die aan de eerdere lokale regelingen hebben deelgenomen.
Zeer zorgwekkende stoffen
Het RIVM is op mijn verzoek van Dijksma bezig om een lijst van potentiële zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) op te stellen. Dijksma: “Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van een groepsbenadering, waarbij gekeken wordt naar stoffen die schadelijke eigenschappen zouden kunnen hebben, omdat zij qua moleculaire structuur lijken op al bekende ZZS. Dat geeft een vermoeden, maar nog geen zekerheid, dat een stof ook dezelfde schadelijke eigenschappen kan hebben. Met ‘al bekende ZZS’ worden bedoeld de stoffen waarvan is vastgesteld dat zij voldoen aan een of meer criteria of voorwaarden genoemd in artikel 57 van de REACH-verordening3.”
Uitleg stoffen
Dat kan op Europees niveau of nationaal. Het gaat in dat laatste geval volgens Dijksma ook om stoffen die voorkomen op een van de lijsten genoemd in artikel 1.3c van de Activiteitenregeling milieubeheer. “De criteria die REACH noemt, zijn stoffen die bewezen kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn; stoffen waarvan vaststaat dat zij slecht afbreken in het milieu, ophopen in mens of dier en een toxisch effect hebben (persistent, bioaccumulerend en toxisch: PBT); stoffen die zeer slecht afbreken en sterk ophopen (zeer persistent en zeer bioaccumulerend: zPzB); of stoffen die niet in een van deze categorieën vallen maar waarvan het schadelijke effect vergelijkbaar is. In die laatste categorie kunnen bijvoorbeeld hormoonverstorende stoffen vallen of stoffen die een sterk allergisch effect oproepen”, aldus Dijksma
Het in bezit hebben van een eigen bloedwaarde kan van zéér groot belang zijn. Inmiddels moeten wij er vanuit gaan dat de giftige stoffen die wij aantreffen in ons hele leefmilieu aanzienlijk is. Ook in ons bloed bevinden zich ongewenste stoffen. Hoe gering de hoeveelheid ook is, het zal toch een grote rol gaan spelen in verdere procedures en waarheids-bevindingen. Wees zuinig op de uitslag van uw bloedwaarde, en berg dit zorgvuldig op. Maak gebruik van iedere testmogelijkheid is ons advies. Namens alle bezorgde inwoners van de Drechtsteden.
Hans van der Slot
Het dringt nog steeds niet door dat het in bezit hebben van iedere individuele bloedwaarde in een later stadium van heel groot belang kan zijn. Gif verspreiden is één, maar aanwijsbaar DNA in ons bloed is van een andere orde.