SLIEDRECHT – De Dagpauwoog is een dagvlinder die in Nederland best veel voorkomt en dan met name in tuinen met bloemen en bomen met bloesem. In de vroege lente worden de eerste exemplaren al waargenomen, zoals in de tuin van natuurliefhebber Mary van der Es uit Sliedrecht.
Deze Dagpauwvlinder heeft overwinterd op een beschut plekje, bijvoorbeeld in een schuur, stapel hout, onder de dakpannen of in een boomholte. (Foto Mary van der Es)
De eerste Dagpauwogen komen als de temperatuur oploopt af op de nectar van bloemen en de bloesem van de bomen. Ze vinden meestal wel een partner waar ze mee gaan paren. De vrouwtjes zetten daarna hun eitjes af op bijvoorbeeld brandnetels op vochtige en schaduwrijke plaatsen. De eitjes worden later rupsen en vervolgens een cocon (ook wel pop genoemd) en medio eind juni vormen zij de nieuwe generatie. Ze vliegen in juli tot ongeveer september en bezoeken dan graag de vlinderstruiken, omdat die dan rijk vol zitten met nectar.
Groen
Als de temperatuur te laag wordt gaan ze weer “in rust” op een veilige plek voor hun “winterslaap”. En zo is de cyclus dan weer rond en begint het verhaal overnieuw. “Een bedreiging vormt anno 2019 het beperkte voedselaanbod doordat er in veel tuinen en straten weinig planten en bomen staan. Jammer, want naast de vele vlinders staan ook de vele andere vliegende en kruipende insecten als bijen, zweefvliegen enz. onder negatieve druk van afname en uitsterven! Zonder deze diergroepen is er op termijn ook een bedreiging voor de mens want ze zijn onmisbaar voor het gehele natuurlijke systeem van leven. Dus mijn motto en oproep is: “Groen moet je doen”, aldus Van der Es.