College en leden raad staan stil bij bevrijding Auschwitz

SLIEDRECHT – Kort voor aanvang van de gemeenteraadsvergadering hebben het College van B & W en leden van de gemeenteraad dinsdagavond 28 januari 2020 stilgestaan bij de bevrijding van het concentratie- en vernietingskamp Auschwitz, 75 jaar geleden door het toenmalige Sovjet-leger.

De herdenking was voor de deur van het raadhuis aan het Dr. Langeveldplein. Voor het raadhuis stond een deel van het monument Levenslicht. (Foto Peter Donk / Sliedrecht24)

Tekst gaat verder onder tweet.

Nestor van de raad Gerrit Venis (PRO Sliedrecht) sprak iedereen toe. Hij ging terug naar de oorlogsjaren. In de Tweede Wereldoorlog zijn verschillende Sliedrechtse Joodse inwoners opgepakt en soms niet meer teruggekomen. Er werd één minuut stilte in acht genomen.

De toespraak van Venis:

Heeft u het complete kunstwerk Levenslicht gezien? Ik zag het alleen op foto’s maar vond het schitterend. Helaas komt de mogelijkheid om het in z’n totaliteit te bekijken er niet meer. De stenen blijven in de steden en dorpen waar Joodse mensen zijn weggehaald en het is aan hen daar een mooie bestemming voor te vinden.

Al meerdere keren is de afgelopen tijd het verhaal over de Holocaust verteld en u zult zonder twijfel gehoord, gelezen of gezien hebben dat het gisteren 75 jaar geleden was dat concentratiekamp Auschwitz door de Russen werd bevrijd. Een bevrijding die voor 1,3 miljoen Joodse mensen te laat kwam. Onder degenen, waarvoor de Russen te laat kwamen, waren 20 Joodse dorpsgenoten. De jongste, Bertje Sanders was 4 en de oudste Simon Hartog den Hartog 70.

U kunt de verhalen over hen en ook die over de andere Sliedrechtse slachtoffers lezen op de site van de Stichting Struikelstenen.

Onder de aanwezigen zie ik vanavond veel leden van de gemeenteraad en ik heb daarom gemeend om mijn verhaal hier te houden over een van onze voorgangers: Simon Hartog den Hartog. En denkt u zich eens in als het straks de trap oploopt naar de raadszaal dat ook Simon die trap ettelijke keren beklom. Ik was samen met oud-college Rien Visser twee jaar geleden in Westerbork en Auschwitz en heb ook daar in de voetstappen van Simon gelopen.

Als we het over Simon den Hartog hebben, dan hebben we het eigenlijk over de bekendste Joodse inwoner van ons dorp: Hartog de Jood. Zo stond hij in Sliedrecht bekend en was hij geliefd. Simon (of Siem, zoals hij werd genoemd) is geboren en getogen in Sliedrecht en hij was op allerlei gebied in ons dorp actief.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1923 wordt hij met voorkeurstemmen voor de Vrijheidsbond (een liberale groepering) in de raad van Sliedrecht gekozen. Hij treedt dan min of meer in de voetsporen van zijn broer, die van 1905 tot 1923 eveneens voor de liberalen lid van de Sliedrechtse raad was. Vooraf aan de verkiezingen van 1927 raakt Simon in onmin met zijn liberale vrienden en besluit met een eigen lijst mee te gaan doen. Met die eigen lijst (Sliedrechts Belang) lukt het hem zowel bij de verkiezingen van 1927 als die van vier jaar later één zetel te behalen. In 1935 houdt hij de plaatselijke politiek voor gezien. 

Simon is in die tijd ook voorzitter van de Sliedrechtse Middenstandsvereniging, voorzitter van de vereniging “Volksonderwijs”, bestuurslid van de Oranjevereniging en lid van de Vrijwillige Brandweer.

Na de Kristallnacht (van 9 op 10 november 1938) spreken de Duitse Nazi’s onomwonden over de door hen gewenste oplossing van het ‘Joodse probleem’. Een oplossing, die – in de woorden van Göring -, snel en definitief moet zijn. Zoals zoveel Joodse Nederlanders ziet Simon hierin nog weinig gevaar. En zelfs als in Nederland na de inval van de Duitsers allerlei voor Joden beperkende maatregelen worden genomen, is onderduiken voor Simon geen optie. Wel geeft hij zijn overbuurman wijnhandelaar Gerrit Netten – trouwens ook een voormalig gemeenteraadslid, maar voor de SDAP – een fikse hoeveelheid geld om eventueel ondergedoken familieleden te helpen voorzien in hun levensonderhoud.

Van de mogelijkheid onder te duiken, maakt alleen dochter Rozetta (Ro) gebruik. Zij is dan ook de enige van de kinderen, aangetrouwde kinderen en kleinkinderen van Simon die de oorlog zal overleven. In november 1945 heropent Ro de winkel van haar vader, emigreert in 1962 naar Israël en overlijdt daar in de stad Herzliya op 12 september 1998.

Simon wordt met zijn familie, huisgenoten en het gezin van zijn zoon Hartog op 17 november 1942 door twee Nederlandse inspecteurs van de SD bij het Sliedrechtse politiebureau afgeleverd. Van daaruit worden ze op transport gesteld naar Amsterdam. Het verhaal gaat dat het verlaten van de woning door een groot aantal buurtbewoners is gadegeslagen, maar of Simon daarbij inderdaad afscheid nam met de woorden: “Tot ziens, dag Sliedrecht” is niet meer te achterhalen.

Op 18 november 1942 arriveren Simon, Mietje, Hendrijntje, Betje en Sophia in Westerbork. Van daar worden ze op 30 november gedeporteerd. Drie dagen later zijn ze allemaal in Auschwitz vergast.

Denk nog eens aan hen als u straks de trap op loopt.

Plaats een reactie

*=Verplicht veld