Renovatie gebouw Elektra valt mogelijk vier tot vijf ton duurder uit dan geraamd

door Peter Donk
SLIEDRECHT – De fractie van SGP-ChristenUnie heeft het College van B & W vragen gesteld over de veel hogere sloopkosten bij gebouw Elektra aan de Stationsweg, dan eerder geraamd. Dat is niet het enige. Er zijn verschillende onvoorziene kosten. De renovatie van het gebouw valt zoals het er nu naar uitziet vier tot vijf ton duurder uit. Daarover bericht wethouder Roeland Bijderwieden (VVD) van Gemeentelijk Vastgoed de leden van de gemeenteraad in een College Informatiebrief (CIb).

Het gebouw Elektra aan Stationsweg 4.  Aannemersbedrijf P. Visser uit Sliedrecht renoveert het momenteel met anderen, waarvoor de raad een bedrag van € 1,8 miljoen uittrok. (Foto Hans van der Aa / Sliedrecht24)

De aannemer voert de werkzaamheden met de Sliedrechtse bedrijven Van Vliet sloopbedrijf, Van der Leun elektra, loodgietersbedrijf Simon uit en met Klimaatservice uit Hardinxveld Giessendam. De sloop is inmiddels afgerond met uitzondering van het verwijderen van dragende wanden. In totaal is er honderd kubieke meter afval uit het gebouw gehaald. Tijdens het slopen is onder de vloer van het eetcafé asbest aangetroffen. Dat wordt eerst verwijderd, daarna wordt gestart met de opbouw.

Extra kosten
De onvoorziene kosten passen volgens Bijderwieden binnen het budget voor onvoorzien. De andere extra kosten leiden volgens hem tot de een aanpassing van het krediet. In de CIb somt Bijderwieden ze op: “Een verhoging van het krediet met € 431.000,– is daarmee nodig. De structurele kapitaallasten worden als gevolg daarvan ongeveer € 14.000,– hoger dan begroot. Daartegenover staan lagere energielasten en hogere huuropbrengsten (als gevolg van een hogere kostprijs).” Dat zal verwerkt worden met de 1e Tussenrapportage 2023. De dekking van de investeringen van de grote vier vastgoedprojecten (Stationsweg 4, Lockhorst, Gemeentekantoor en Raadhuis) zal dan vanuit de stelpost kapitaallasten worden herzien i.v.m. de samenhang van de vastgoedvraagstukken. Bijderwieden: “De opdracht voor genoemde werkzaamheden is reeds verstrekt om de volgende redenen. De beschikbaarheid van de aannemer, bij het nu stilleggen van de verbouwing loopt de planning te ver uit en moet gewacht worden totdat de aannemer weer ruimte in zijn planning heeft. Het is belangrijk dat het pand zo snel mogelijk weer beschikbaar is voor SOJS en andere maatschappelijke partners. Er is een risico van oplopende bouwkosten en het exploitatie effect is beperkt, omdat tegenover de hogere kapitaallasten lagere energielasten staan.”

Tegenvallers
Bij het opstellen van het projectbudget is rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden na de sloop. Bijderwieden schrijft in de CIb: “Tijdens de sloopwerkzaamheden zijn meer zaken naar voren gekomen dan vooraf ingeschat. Er zijn tegenvallers geweest in en aan het gebouw waaronder de dakpannen, de waterleidingen en de cv installatie. Verder is er forse brandschade wat hersteld moet worden en is er zoals genoemd asbest aangetroffen. De totale kosten voor achterstallig onderhoud, brandschade en onvoorzien zijn € 218.500,–. De post onvoorzien bedraagt € 253.000,– er resteert daarmee nog € 34.500,– van de post onvoorzien.”

Multifunctionele inzetbaarheid
Bijderwieden blijft ook positief. “We zien kansen om het pand nog meer multifunctioneel inzetbaar in te richten, zodat dit meer mogelijkheden en ruimte biedt voor het jongerenwerk en andere partners om in verbinding met elkaar te werken aan de doelen die wij nastreven. Om dit te kunnen realiseren heeft het college ervoor gekozen om deze ruimtes zo in te richten dat deze nog breder inzetbaar zijn.” In eerdere gesprekken met het bestuur van SOJS is volgens Bijderwieden met hen gesproken over de indeling van het pand en het gebruik van de verschillende ruimtes. “In de uitwerking daarvan zou een groot deel van het pand specifiek ingericht worden door en voor SOJS. Voor de gewenste inzetbaarheid van het pand, willen we dat alle ruimten multifunctioneel kunnen worden ingezet. Dat draagt bij aan de gewenste flexibiliteit om het gebouw faciliterend te laten zijn aan de vragen uit de samenleving en de opgaven waar we als gemeente aan werken. Dit leidt ertoe dat de investeringen in de vaste inrichting nu verschuiven van SOJS naar de gemeente”, aldus Bijderwieden. Deze kosten worden geraamd op € 150.000,–.

Duurzaamheid
Door de huidige energiemarkt zijn de terugverdientijden van duurzaamheidsmaatregelen fors gereduceerd. Bijderwieden: “Vanuit dit oogpunt hebben we daarom besloten om de volgende drie maatregelen uit te voeren. Het plaatsen van zonnepanelen inclusief verzwaren van het dak, het inrichten van zoneregeling CV. En vervangen en isoleren van de bestaande voorzetwanden en isoleren dak. De extra kosten voor het verduurzamen van deze maatregelen komen op € 124.000,–.” Door de prijsstijgingen in de bouw zijn de kosten € 107.500,– hoger uit dan begroot.

Planning
Maandag 17 oktober 2022 is het pand overgedragen aan aannemersbedrijf Visser. Op die dag zijn de sloopwerkzaamheden gestart. Sinds maandag 21 november 2022 is gestart met de opbouwwerkzaamheden. De planning was het gebouw in maart 2023 op te leveren. Door de lange levertijd van Stedin en de luchtbehandelingskasten is de verwachting nu dat het gebouw in mei 2023 klaar is. SOJS kan in 2023 tijdelijk gehuisvest blijven aan de Maaslaan 10. Bijderwieden: “Wij vinden het belangrijk dat de jongerenwerkers en het bestuur van SOJS zich kunnen focussen op hun kerntaken ten aanzien van de inhoudelijke doorontwikkeling van het jongerenwerk en zich niet bezig hoeven houden met het dagelijks beheer van het pand. Het college heeft SOJS daarvan tijdens een gesprek dinsdag 20 december 2022 op de hoogte gesteld, er zal eind januari 2023 een vervolggesprek met SOJS plaatsvinden. De meest optimale vorm van dagelijks beheer wordt nader onderzocht, passend bij het breder gebruik van het pand.

Vragen
Burgerraadslid Matthijs Ippel (SGP-ChristenUnie) heeft het College van B & W inmiddels schriftelijke vragen gesteld. Hij wil onder meer weten of er een aanbesteding heeft plaatsgevonden met betrekking tot de sloopkosten. “Zijn deze extra sloopkosten dan niet voor de aanbestede partij of staat dit anders in de aanbesteding?”, vraagt Ippel. Ook heeft hij een vraag over de extra bouwkosten, ook wel de prijsstijgingen in de bouw. Ippel hoort graag of die geen risico voor de aanbestede partij zijn. Ippel: “Of is dit anders opgenomen in de aanbesteding?” Uit de CIB blijkt ook dat er forse brandschade in het pand is gevonden. “Was de gemeente op de hoogte van deze brandschade?
Zo ja, is deze schade groter dan voorheen verwacht?”, vraagt Ippel en stelt verder: “Zo nee, was het een plicht van de hurende partij om deze schade te melden? Hoe was brandschade in het huurcontract geregeld met de betreffende partij? Is voor deze brandschade nog iemand aansprakelijk te stellen?”Ippel wil van het college weten of  er nog een mogelijkheid is om deze schade bij een verzekeraar in te dienen. 

7 gedachten over “Renovatie gebouw Elektra valt mogelijk vier tot vijf ton duurder uit dan geraamd”

  1. Mooi, een locatie voor de jongeren. Heb vroeger er veel plezier gehad, goed dat er aan onze jeugd wordt gedacht dit mag geld kosten. Ik weet dat de ondernemers vakkundig zijn heb er veel ervaring mee en is goed voor onze middenstanders. Alleen jammer dat niet voor een ander schilder bedrijf is gekozen slechten verhalen over gehoord.

  2. Juist net zoals de de stoep met hun boeren barren die ook door gemeente werd gefinancierd heel eerlijk en transparant allemaal. Heel goed in groot doen onder te tafel 😉 . Bedankt en tot volgend jaar.

  3. vroeger veel plezier gehad daar,dus de volgende generatie ook,dus mag gewoon wat kosten toch.
    goed uit einde, en goed 2023 allemaal….

  4. Het dikke salaris – prestatiebeloning? – van het college van B&W mogen de inwoners ook opbrengen! Banencarrousel en vriendjespolitiek. Onkundige mensen op de verkeerde plaats is het gevolg.

Plaats een reactie

*=Verplicht veld