DEN HAAG / SLIEDRECHT – Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Zuid-Holland hebben o.a. de gemeente Sliedrecht schriftelijk antwoord gegeven op nog altijd levende vragen over de emissie ‘zeer zorgwekkende stoffen’ Chemours. In een brief van 2 A4tjes en elf bijlagen (ook met antwoorden op kamervragen van SP en D66) wordt uitleg gegeven. De antwoorden zijn dinsdag 20 september 2016 verspreid naar de gemeenteraadsleden samen met o.a. een emissie overzicht. Daaruit blijkt onder meer dat extra uitstoten door Chemours (toen nog DuPont-red.) door de vingers zijn gezien. Maatregelen bleven uit!
De provincie nam geen maatregelen tegen Chemours (voorheen DuPont-red.) in Dordrecht na overschrijding van de emissie PFIB in 2006 en 2007. (Foto Hans van der Aa / Sliedrecht24)
Tijdens een ‘constructief overleg’ eind augustus is onder meer gesproken over de wet- en regelgeving. Nu schrijft het college van GS: “Met u hebben we afgesproken dat daar waar de huidige verantwoordelijkheidsverdeling of de bestaande wet- en regelgeving in nationaal en Europees verband verduidelijking of aanscherping behoeft, we om dit te bereiken gezamenlijk optrekken.” Duidelijk is dat het op punten kennelijk schort. Overigens zaten GS, ministerie en gemeenten in de regio maandag 19 september 2016 weer met elkaar om de tafel. In dat overleg stond de vraag centraal hoe het stelsel, met name bij de toepassing van nieuwe chemische stoffen, de gezondheid van omwonenden waarborgt en welke stappen eventueel nodig zijn om het stelsel te verbeteren.
Overschrijding perfluorisobuteen
Uiterlijk 23 januari 2017 moet chemiebedrijf Chemours aan de provincie Zuid-Holland rapporteren (over de revisievergunning die 23 november 2013 in werking is getreden – red.) over mogelijke emissiebeperkende maatregelen voor de stof formaldehyde (methanal). Het college van B & W van Sliedrecht houdt de provincie daaraan. Ook wilde de gemeente meer weten over een forse overschrijding van de emissie perfluorisobuteen (PFIB) in de jaren 2006 (1kg overschrijding-red.) en 2007 8kg overschrijding – red.) op de vergunde jaarvracht van 45kg. Bekend is dat deze stof ook bij lage concentraties extreem acuut toxisch is. Volgens de provincie is geen sprake van ‘een ongewoon voorval’. Tegen Chemours ondernam de provincie geen bestraffende maatregelen. “Aangezien Chemours adequate maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, is destijds geen formeel bestuursrechtelijk handhavingstraject gestart. Zoals ook blijkt uit de emissierapportage is de emissie van perfluorisobuteen daarna binnen de vergunde waarde gebleven”, aldus Gedeputeerde Staten. In deze periode van Erik van Heijningen (VVD) als gedeputeerde verantwoordelijk voor milieu en handhaving. Voorheen was Van Heijningen wethouder van milieu en economische zaken in Dordrecht, de stad waar Chemours Nederland B.V. (voorheen DuPont) is gevestigd.
Cacinogeen
In de lijst Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) ontbreekt volgens de gemeente Sliedrecht de stof dichloormethaan (DCM) De gemeente Sliedrecht stelde: “Ondanks dat DCM formeel niet op de ZZS-lijst staat, verzoeken wij u toch om deze stof in de gecorrigeerde lijst op te nemen. Tevens verzoeken wij u om deze stof mee te blijven nemen in het kader van de minimalisatieverplichting. De stof wordt ook als zodanig genoemd in voorschrift D.8 van de vergunning. In de Nederlandse emissie Richtlijn (NeR) werd deze stof als ‘verdacht carcinogeen’ en ‘mogelijk carcinogeen’ voor de mens beschouwd.” Of wel kankerverwekkend! De provincie antwoordt formeel: “Dichloormethaan is niet in de emissierapportage van zeer zorgwekkende stoffen opgenomen, omdat dichloormethaan niet is geclassificeerd aals ZZS. Desondanks geldt de in voorschrift D.8 van de vergunning voorgeschreven herbeoordeling ook voor dichloormethaan.”
Herbeoordeling dichloormethaan
De gemeente Sliedrecht ziet de stof liever gisteren in de ZZS-lijst staan. Ondanks het woord ‘herbeoordeling’ is de provincie twee alinea’s later alweer een andere mening toegedaan. “Dichloormetaan is ingedeeld als mogelijke kankerverwekkende stof en voldoet daarmee niet aan de ZZS-criteria.” Chemours dient volgens de provincie wel te rapporteren over de minimalisatiemogelijkheden voor dichloormethaan. GS: “Het is de verantwoordelijkheid van Chemours om de vergunningvoorschriften na te leven, het onderzoek uit te voeren en hierover te rapporteren. Wij zien hierop toe en zullen hier, zo nodig, op handhaven.” Stoffen die geen ZZS zijn mogen door een omgevingsdienst of provincie niet op een ZZS-lijst worden gezet. Zo’n stof voldoet aan de criteria van art. 57 van de Europese Reach verordening of op basis van de zelf-classificatie is aangemerkt als carcinogeen 1a of 1b, mutageen 1a of 1b en / of reprotoxich 1a of 1b.
Onderzoek GenX
Ondertussen loopt er nog een onderzoek door het RIVM naar de hulpstof GenX (FRD-903), de opvolger van het tot 28 juni 2012 gebruikte PFOA (C8 genoemd in de VS-red.). Volgens het RIVM is het een persistente (P) en toxische (T) stof. Over bioaccumulatie (B) bestaat volgens het RIVM onzekerheid. Staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) van Milieu wil dat het RIVM haar uitgebreid rapporteert over wat er bekend is over de persistentie, bioaccumulatie, toxiciteit, carcinogeniteit, mutageniteit en reprotoxiciteit van FRD-903. Dijksma wil weten wat de risico’s zijn van blootstelling. Ze heeft de Tweede Kamer toegezegd uiterlijk in november over het onderzoek te informeren. Dijksma wil de uitkomsten gebruiken om vervolgens in de Europese Unie de discussie aan te gaan.
In de tijd dat Erik van Heijningen gedeputeerde was zag je hem nauwelijks en anders was hij wel bezig met zijn zwemhobby. Altijd belangrijk doen over zwemmen en wedstrijden en bij vergaderingen liet hij regelmatig verstek gaan. Ook was hij vaak niet bereikbaar behalve als het voor de zwembond was natuurlijk. Hij wist amper wat er speelde bij de provincie en las de stukken nooit goed. Altijd de grote meneer uithangen met zijn auto met chauffeur. Hij had ook nooit tijd voor je en anders alleen even vlug. Tuurlijk wist hij alles over DuPont maar het interesseerde hem gewoon niet. Zwemmen was belangrijk voor hem. Meer niet.