SLIEDRECHT – Het besluit voor het verlagen van de emissies van FRD-903 (GenX) en E1 is dan wel sinds dinsdag 6 juni 2017 in werking getreden, maar is nog niet onherroepelijk gezien de ingediende beroepschriften van chemiebedrijf Chemours en drinkwaterbedrijf Oasen. Dat blijkt uit een schrijven van de gedeputeerden Floor Vermeulen (VVD) en Rik Janssen (SP) aan Provinciale Staten (PS) van Zuid-Holland.
“Het feit dat geen verzoek tot voorlopige voorziening is ingediend, houdt in dat aan het ingediende
beroep geen schorsende werking toekomt”, schrijven de gedeputeerden, donderdag 20 juli 2017 in kennis is gesteld door de rechtbank Den Haag over het aanvullende beroep van Chemours. (Foto Peter Donk / Sliedrecht24)
Motiveringsgebrek
Het chemiebedrijf heeft geen bezwaar gemaakt bij de provincie tegen het weigeren van de eigen aanvraag voor het verlagen van de emissies. “Uit informatie die wij eerder van de rechtbank hebben ontvangen blijkt dat Chemours tijdig aan het door de rechtbank gestelde motiveringsgebrek heeft voldaan en tevens dat het bedrijf geen voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen de ambtshalve wijziging”, aldus de twee gedeputeerden.
Geen schorsende werking
ln de brieven van 9 en 20 juni 2017 is aangegeven dat tegen het besluit van de provincie voor het verlagen van de emissies van FRD-903 en E1, Oasen en Chemours beroep hebben ingesteld. ln die zelfde brieven staat dat Chemours beroep heeft ingesteld tegen de inperking van de vergunde
emissie van de stof E1. “Uit de ontvangen informatie van de rechtbank van 15 juni 2017 blijkt dat
Chemours, in afwijking van eerder ontvangen informatie van het bedrijf, op 6 juni 2017 een algemeen pro forma beroepschrift heeft ingediend bij de rechtbank. Dit betekende dat Chemours nog tot 12 juli 2017 de tijd heeft gehad voor het aanvoeren van aanvullende gronden alsmede de reikwijdte waartegen het bedrijf in beroep gaat. Het feit dat geen verzoek tot voorlopige voorziening is ingediend, houdt in dat aan het ingediende beroep geen schorsende werking toekomt.
Scherp toezien
Het uiteindelijke oordeel over het door de provincie Zuid-Holland genomen besluit is nu aan de rechter. “Wij wachten dat af en zullen u informeren over de uitkomsten van deze procedure. De provincie zal in de tussenliggende periode scherp toezien op de naleving van de vergunde emissies en handhavend optreden indien de voorschriften worden overgeschreden”, schrijven de gedeputeerden aan PS.