Beheersen Nederlandse taal vereist voor uitkering

SLIEDRECHT / REGIO – Het Drechtstedenbestuur heeft de “Beleidsregels Wet Taaleis 2016” vastgesteld in de vergadering van december. De vastgestelde beleidsregels treden op 1 januari 2016 in werking.

In de beleidsregels is vastgelegd hoe in de Drechtsteden uitvoering zal worden gegeven aan de Wet Taaleis. “Indien belanghebbende zich onvoldoende blijkt in te spannen of op enig moment stopt zich in te spannen, gaat de verlaging van de uitkering in op de datum dat de verwijtbaarheid ontstaat en belanghebbende niet meer voldoet aan de inspanningsverplichting”, staat in artikel 7 (Verlaging uitkering bij onvoldoende inspanning of tussentijds stoppen). 

Referentieniveau
De Wet Taaleis introduceert een nieuwe bepaling in de Participatiewet, te weten artikel 18b. Dit artikel bevat een inspanningsverplichting voor uitkeringsgerechtigden om de Nederlandse taal te beheersen op minimaal referentieniveau 1F, voor zover dit noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, aanvaarden en behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Uit de beleidsregels wordt niet duidelijk welke woorden of zinnen je moet kunnen spreken bij ‘1F’. 

Landelijk
De Wet Taaleis treedt landelijk in werking op 1 januari 2016, voor mensen die vanaf die datum recht op bijstand hebben. Voor mensen die al bijstand ontvangen geldt overgangsrecht. Dit overgangsrecht regelt dat de Taaleis per 1 juli 2016 van toepassing is voor het zittend bestand uitkeringsgerechtigden. Ook is in de beleidsregels rekening gehouden met enkele aspecten waar de wet zelf onvoldoende in voorziet.

Plaats een reactie

*=Verplicht veld