Burgemeester Bram van Hemmen houdt zijn toespraak. (Foto Hans van der Aa / Sliedrecht24)
Toch zijn we in een belangrijke fase beland als land, ik zal u uitleggen waarom.
Vorig jaar was ik met mijn zoon van acht, in De Kuip voor de herdenking van de Rotterdamse Razzia. Op een bepaald moment vroeg een oude man, of er nog meer mensen de razzia meegemaakt hadden. En er was nog een man.
Beide waren 91 jaar en vertelden over de tijd dat ze 17 waren. Over hoe 16 jarige soldaten achter een mitrailleur hen bewaakte terwijl zij, met duizenden, op het veld in de Kuip stonden. Hoe ze dagenlang in een veewagen zaten naar Duitsland en hun behoefte in een hoekje moesten doen. Over de weg naar huis. De vreugde en het verdriet was tastbaar. Hij luisterde ademloos en vertelde later het complete verhaal aan zijn moeder.
Op dat moment realiseerde ik me dat mijn zoon de laatste van de generatie zal zijn, die het van ooggetuigen hoort. Na hem wordt de tweede wereldoorlog hetzelfde als voor mij de 80 jarige oorlog. Geschiedenis.
En dat is een belangrijk feit, want als de Tweede Wereld Oorlog geschiedenis wordt, wie vertelt dan het verhaal?
Tijdens de vele 60 en 65 jarige huwelijken hoor ik mooie, aangrijpende en grappige verhalen. Vertellen deze ouderen, deze verhalen ook nog aan anderen? Wie hoort er nog over de Duitsers die terugzwaaien Heinkel bommenwerpers naar de kinderen op de daken van Sliedrecht, terwijl ze op weg zijn naar Rotterdam.
Of die oude vrouw, die vertelde over de eerste keer dat ze geweld zag als kind. Een Duitse soldaat schopte een Jood, haar buurman, bij zijn arrestatie. Die jood was Simon den Hartog, voor wie vorige week een struikelsteen werd onthuld.
Hoe vaak zou ze het nog vertellen?
En worden deze mensen er nog naar gevraagd?
Wie vertelt het verhaal?
Gelukkig zijn er verhalen verzamelaars en -vertellers in ons dorp.
Neem bijvoorbeeld Judith Brinkman die een boekje geschreven heeft genaamd ‘de Helsluis – Een verhaal over de Merwederazzia’. Zij deed dit voor de kinderen van groep 7 en 8. Zij geeft op deze manier een gezicht aan de slachtoffers van dit aangrijpende stukje dorpsgeschiedenis. Van de 650 Sliedrechters en Giessendammers, die op 7 juli 1944 op transport zijn gegaan, zijn er 100 overleden ten gevolge van ziektes, ondervoeding, mishandeling en bombardementen. Dit zijn de feiten, maar door de verhalen krijgen deze mensen een gezicht. Door de verhalen gaan de feiten leven.
Een andere verhalenverzamelaar is Gerrit Venis, die met de stichting Struikelstenen Sliedrecht, de vermoordde Joodse mensen uit Sliedrecht een gezicht geeft. Dankzij hem hoorden we tijdens een emotionele bijeenkomst vorige week, dat Bertje en Marleentje Sanders zulke lieve kinderen waren en hoe dit hun toenmalige pleegzusje nog steeds emotioneert. Hun struikelstenen zijn het enige tastbare dat aan hen herinnert.
Ook Ab van Gool verzamelt verhalen, maar dan over de Liniecrossers, voor de Stichting Linie-crossers Sliedrecht. Als zoon van een linie-crosser heeft de ambitie een nieuwe boek met onbekende verhalen te schrijven over dit spannende stuk nationale oorlogsgeschiedenis.
Deze vertellers laten ons verhalen ontdekken, die de ziel raken en de geschiedenis tastbaar maken. Elk verhaal maakt duidelijk dat dit zich niet mag herhalen. Dit nooit meer.
Wie vertelt het verhaal? En minstens zo belangrijk, wie luistert naar het verhaal?
Vandaag luisteren ook de burgemeester van onze zustergemeente Orastie uit Roemenië en zijn gevolg mee. De oorlog trok ook in Roemenië diepe sporen. Andere sporen dan bij ons, maar ook daar zijn er vertellers. Ook daar zijn het vooral de oude mensen die de verhalen vertellen, ook daar wordt de oorlog langzaam, maar zeker, definitief geschiedenis.
Ook daar is de vraag actueel: Wie vertelt het verhaal?
Overal is de oorlogsgeneratie bijna voorbij. Als kind hoorde ik verhalen van mensen, die ouders waren in de oorlog en de dagelijkse strijd om voedsel. Toen ikzelf vader werd hoorde ik verhalen van mensen die voedsel voor hun ouders aan het zoeken waren. Tegenwoordig hoor ik vooral herinneringen van kinderen. Zij kregen chocolade van de Duitsers.
En over een paar jaar, dan horen we geen verhalen meer uit eerste hand. Toch komen er ook dan nieuwe verhalen boven water.
Vele kinderen vinden die verhalen bij het opruimen van het huis hun overleden vader of moeder. Brieven, foto’s en dagboekjes, uit de tijd de oorlog. Een aantal van hen proberen het verhaal, vaak succesvol, te reconstrueren. Ze ontdekken dan het verhaal dat hun ouders niet konden of wilden vertellen. Of ze dachten dat niemand er in geïnteresseerd was.
Het kenmerkt de mensen die de oorlog meegemaakt hebben.
Wie vertelt het verhaal?
Wie de geschiedenis niet kent is gedoemd om haar te herhalen. Nu de Tweede Wereldoorlog definitief geschiedenis aan het worden is, hebben we verhalen nodig om de geschiedenis te kennen.
De verhalen van gewone mensen, met hun gevoelens uit die tijd, angsten en blijdschap, leert ons de geschiedenis echt kennen.
Nu de gewone mensen met hun verhalen langzaam verdwijnen, moeten er nieuwe vertellers opstaan, voor de nieuwe generatie luisteraars. We moeten zuinig zijn op deze verhalen.
Daarom is mijn vraag aan u allen: wie vertelt het verhaal?
Burgemeester @BramvanHemmen is aan het woord bij de Dodenherdenking pic.twitter.com/Z7jSK1bvxT
— Sliedrecht24 (@Sliedrecht24) May 4, 2018
Wie geen kennis heeft van het verleden heeft geen oog voor hetgeen in de toekomst zou kunnen gebeuren.
Wat mooi gesproken!
Maar ook zo treffend.
Kinderen zullen dit steeds meer als geschiedenis horen.
Laten we met z’n allen zorgen dat dit vertelt blijft worden.
Heel erg mooi gesproken!