DEN HAAG / SLIEDRECHT – De provincie Zuid-Holland stelt dat met de kennis van nu de blootstelling in het verleden te hoog is geweest. De provincie reageerde donderdagavond 11 mei 2017 op het RIVM-rapport over het PFOA-bloedonderzoek. De provincie wil meer onderzoek. “Met het Rijk en de betrokken gemeenten zal het RIVM gevraagd worden om een onderzoeksvoorstel.”
De provincie Zuid-Holland is vergunningverlener aan chemiebedrijf Chemours / DuPont. (Foto Sliedrecht24)
“Mensen kunnen daar negatieve effecten van hebben ondervonden. Zelfs nu, vijf jaar na het stopzetten van de emissie, blijkt dat bij een deel van de directe omwonenden nog concentraties waarbij nadelige effecten, hoe klein wellicht ook, niet uit te sluiten zijn”, stellen de gedeputeerden Rik Janssen (SP) van Toezicht en Handhaving en Floor Vermeulen (VVD) van Vergunningverlening van de provincie Zuid-Holland in een brief aan de leden van Provinciale Staten.
Meer inzicht
Samen met het Rijk en de betrokken gemeenten wil de provincie Zuid-Holland zoveel als mogelijk de nog resterende vragen wegnemen. “Het RIVM geeft aan dat het zinvol kan zijn om de steekproefdeelnemers die een hogere bloedwaarde (boven 21 ng/ml-red.) uit te nodigen voor een nader onderzoek. Alhoewel zo een onderzoek geen gezondheidswinst voor hen kan opleveren, leidt het mogelijk wel tot meer inzicht in het ontstaan van hogere concentraties en zou het daarom deze mensen wel kunnen helpen bij het zoeken naar een verklaring waarom een hogere waarde bij hen aanwezig is. Deze aanbeveling nemen wij graag over.”, schrijven de bestuurders. Met het Rijk en de betrokken gemeenten zal het RIVM gevraagd worden om een onderzoeksvoorstel. Ook de andere aanbevelingen die het RIVM doet worden overgenomen.
GenX
Voor de blootstelling via lucht aan GenX-stoffen concludeerde het RIVM dat naar verwachting het niveau van blootstelling aan deze stoffen geen risico voor de gezondheid van omwonenden met zich meebrengt. “Voor een definitieve conclusie zijn aanvullende gegevens nodig waarvoor inmiddels de nodige stappen zijn gezet. Voor een van de GenX-stoffen (aangeduid met ‘E1’) biedt de REACH-verordening geen mogelijkheden om verdere gegevens op te vragen. Het gaat hier namelijk om een stof die in het bedrijfsproces ontstaat en uitgestoten wordt. Het RIVM zet stappen om, met Chemours, de eigenschappen van deze stof verder te verhelderen, indien nodig door daarmee testen uit te voeren.” Half februari 2017 kreeg de provincie van het ministerie van lenM de door het RIVM afgeleide richtwaarde voor de maximale concentratie GenX-stoffen in drinkwater. “Rijkswaterstaat adviseerde om de lozing nog verder terug te brengen dan de provincie voornemens was te doen, om daarmee ook op langere termijn de veiligheid van het drinkwater te garanderen.” Op basis van de nieuwe richtwaarde en het advies van Rijkswaterstaat is de vergunde indirecte lozing in het definitieve besluit van 21 april 2017 verder aangescherpt.