SLIEDRECHT – Stinzenplanten staan dinsdag 25 maart 2025 centraal tijdens een lezing door Leo Brand bij de vereniging Groei & Bloei Alblasserwaard. De lezing is in bibliotheek AanZet aan Scheldelaan 1 en begint om 20.00 uur. Voor leden is de bijeenkomst gratis; niet-leden betalen een entree van € 3,– p.p. (incl. koffie / thee).
Via deze lezing laat Leo Brand de bezoeker genieten van de kleurenpracht en rijkdom van de stinzenplanten, die men ook heel makkelijk in eigen tuin kan verwezenlijken.
De naam stinszenplant komt van het Friese woord ‘stins’, wat stenen huis betekent. Deze stenen huizen waren vroeger de woningen van rijke en adellijke lieden. Vanaf de zestiende en zeventiende eeuw zijn stinzenplanten door de adel, boeren en monniken in hun tuinen en landgoederen in Nederland geplaatst. Zo ontstond in Friesland de naam ‘stinzeblomke’. In jaren van vijftig van de vorige eeuw raakte de naam stinzenplant ook in de rest van Nederland ingeburgerd.
Voorjaarsbloeiers
Hun oorsprong ligt echter verder bij ons vandaan. Ze zijn door avonturiers en botanisten ontdekt en geïntroduceerd in West-Europa. Zo hebben de heren C. Clusius (1526 – 1609), W. Robinson (1838 – 1935) en gebroeders Cornelis en Marinus van Tubbergen (eind 19e eeuw) veel nieuwe soorten, maar ook cultivars op naam gebracht. Stinzenplanten zijn voorjaarsbloeiende planten met vaak opvallende bloemen en een waardevolle cultuurhistorische achtergrond. Het zijn verwilderde gewassen die bij kastelen, buitenplaatsen en stadswallen groeien en die oorspronkelijk niet in de regio voorkomen. Zij zijn een lust voor het oog én verschaffen de eerste vliegende hommels en bijen nectar en stuifmeel. Ze vertellen op een uitbundige manier dat de winter voorbij is. Bekende soorten zijn krokus, sneeuwklokje, blauw druifje, narcis en kievitsbloem. Maar o.a. ook aronskelk, boshyacint, sterhyacint, bostulp, bos-anemoon, gele-anemoon en daslook zijn stinzenplanten.